Kleinkunstenaar- ik treed op met accordeon en zang, schrijf eigen liederen en liederen in opdracht. Ook speel ik piano, daar besteed ik de laatste tijd weer meer aandacht aan .
Het waait heel hard. Mijn deuren en ramen vliegen ervan open.
Ik zou naar buiten kunnen gaan om te proberen op te stijgen, maar dat gaat niet. Ik ben verantwoordelijk en ik hou van mijn kinderen.
De tijd begint te dringen. Mijn idealen lossen langzaam op.
Ik schreef een aantal liederen dit jaar over maatschappelijke kwesties.
Als het moet bijt ik me vast en ben ik in staat iets moois te produceren. Iets waar mensen om moeten huilen en troost in kunnen vinden.
Grappig kan ik ook wel zijn maar zeker niet vandaag.
Die humor mag best wat meer aangezwengeld worden.
Morgen ga ik op cursus.
Ik heb een boek gemaakt met eigen liedteksten.
Teksten die ik gedurende mijn leven geschreven heb. Zomaar uit mezelf, in opdracht of omdat ik dacht dat het ergens goed voor zou zijn.
Dit jaar schreef ik onder andere ‘Ons Groot Kapitaal’ en ‘The Heart of town ain’t the city centre’. Deze nummers speelde ik in pakhuis De Zwijger vóór en ná het vrijplaatsendebat. De ADM is met de grond gelijk gemaakt. Niet te bevatten, het plezier waarmee de eigenaar de bezittingen van de krakers gesloopt heeft. En dat de stad dit heeft laten gebeuren.
Mijn plezier vind ik in het creëren, niet in het molesteren.
De moordenaar van Bob Marley heeft bekend op zijn sterfbed.
Vermoord door de CIA. Besmet met kanker. Ik wist niet dat dat kon.
Wat waar is en wat niet is zeer lastig te bewijzen. Je kunt mij alles wijsmaken.
Zelfs mijn eigen waarheid ken ik niet.
Behalve als ik het opschrijf. Dan blijkt het allemaal toch logischer dan ik dacht.
‘Ik denk elke keer, ik maak een vrolijk lied
Maar wat ik ook probeer, het lukt me niet
Want het leven is klote, het leven doet pijn
Tralala lala…dit was het refrein’
Is het mogelijk het tij keren?
Alles kan. De werkelijkheid is verdeeld in ontelbaar veel stukjes, net zoveel als dat er sterren zijn. Onze blik heeft invloed op de wereld die wij zien. Dus als we nu met zijn allen naar de feestwinkel rennen voor een batterij roze brillen komt het allemaal helemaal goed…
Maar de brillen beslaan, gaan stuk en worden beschimpt en afgepakt.
Zie dan nog maar eens de focus roze te houden.
Gelukkig zijn er mensen die dit kunnen, zoals activiste Suwanne-Jo, het boegbeeld van ADM, de vrouw op de voorplecht, rotsvast in haar vertrouwen.
Een ander boegbeeld, Daan Zondernaam, die slimme met die baard, die werkt aan zijn media- presentatie, is zijn geloof kwijt geraakt. Althans, dat maakte ik op uit de manier waarop hij verslag deed van de laatste bijeenkomst op het stadshuis. Hij mopperde over dikke drollen waarin geroerd werd met een stokje en waar eenieder aapachtig naar staarden…
En dan hebben we Hay Schoolmeesters. Niet te stoppen en slim in zijn aanpak. ADM is geld en bovenal goud waard.
Ik denk erover om zo’n geel spandoek aan mijn balkon te hangen. Je kunt ze online bestellen, maar ze zijn 5 meter breed en mijn balkon is maar 4. Dan moet ik mijn licht conservatieve buurvrouw vragen of ik een stukje van haar balkon mag lenen. En dat vind ik dan weer heel vervelend… En ik vind het ook een beetje eng. Bang om gestigmatiseerd te worden. Ik weet al wel welke tekst ik wil gebruiken: ‘A city without free spaces is like a circus without a clown’. Dat past dan wel weer bij mijn beroep.
A.s. Woensdag is er een grootstedelijk overleg in Zaal 100 georganiseerd door Hay en mijn vriendin Inge van Ulden. We gaan opzoek naar oplossingen en of ik mijn lied wil komen zingen. Natuurlijk! Ik heb dat hier op mijn website nog helemaal niet gedeeld, maar ik heb een lied geschreven voor ADM, getiteld: ‘Ons Groot Kapitaal’ . Ik heb het pas geleden gezongen in de raadszaal. Nu ben ik eindelijk de zinnige troubadour die ik altijd wilde zijn. Klaar met het geneuzel over de liefde. Viva la revolution!
Maar ja, hoe dan… Zaterdag is de inmiddels jaarlijke optocht door de stad van de Amsterdamse underground tijdens ADE. Amsterdam Danst Ergens Voor… ADEV. Vorig jaar kwam er een dubbele regenboog en was ik verliefd op de piepjonge punkmuzikant Jan Modaal, nu ben ik volwassen en rijd ik mee in de VIPbus van Dennis Nolte, samen met o.a. Daan Zondernaam. We gaan een podcast maken. Daan kan ontzettend goed praten. Ik zal eens kijken of ik zijn roze bril weer wat op kan poetsen.
Ach jongens en meisjes, ik vind het allemaal zo ingewikkeld! Maar dat het is het helemaal niet, volgens de dochter van de vakbondleider die de schatkisten van ADM verzonnen heeft. Die zijn ze een paar weken geleden gaan brengen op het stadhuis. Prachtige hand-made parels vol positieve stukken over ADM. Ik ging mee en speelde er oeverloos lang “Aan de amsterdamsche grachten'” bij, in de hoop liefdevol in te spelen op de gemoederen. Geen idee of het geholpen heeft. Tot nu toe blijkbaar niet.
Oh jongens en meisjes, ik vind het zooo ingewikkeld! Maar het zou toch makkelijk kunnen zijn.
Mijn oplossing is: we maken een bedevaartsoord van ADM. De holy place is een hightechtotemzuil waar in een continue flow positive propaganda wordt geproduceerd. Hopelijk maken ‘we’ zulke goede shit dat deze massaal gedeeld gaat worden en als een olievlek zijn inspirerende werk zal doen. De space wordt bewaakt en ingestraald door dansende vrouwen en meisjes (bij wijze van: iedereen is welkom uiteraard) en bediend door een gekwalificeerd team van sound en video editors. De beat is on! Dat is een goede naam.
Ik zit nu in de trein naar Zwolle om te werken voor ‘De meisjes van Plezier’ en ga vanavond naar de ‘Pussy Tutorials’ van Izabella Finch, een supergoede zeer feministische comédienne die helaas terug naar Engeland verhuisd omdat ze hier geen huis kan vinden… Daarna ga ik de hightechtotemzuil tekenen om mijn stralend roze plan zo helder mogelijk kenbaar te maken. Suwanne-Jo, mag ik naast je staan op de voorplecht en je hand vasthouden?
Mooie titel hè. ’t Is ook een mooi verhaal… Het vervolg op het verhaal hiervoor. ‘Een accordeon voor Cham’. Over dat ik via via een accordeonist heb leren kennen uit Banjul, de hoofdstad van Gambia. Een accordeonist zónder accordeon. Een accordeonist die ik overigens nog nooit in het echt ontmoet heb, laat staan heb horen spelen.
Insumana Cham
En nu is er een heuse trekzak naar hem onderweg. Want wat hij nodig had bleek een ‘button accordion’ te zijn, dat is Engels voor trekzak/trekharmonica. Zijn beroemde vader had een rode. Precies zo’n zelfde is vorige week begonnen aan een bootreis van zeven weken naar ‘The Gambia’. Omhuld door mooie kleren voor zijn vlijtige dochter wiens schoolgeld ik dan ook maar meteen heb betaald. Ik heb me nog nooit zo’n waanzinnige weldoener gevoeld. Een prachtige rode trekzak in een speciale trekzaktas gedoneerd door Mevrouw Zon en die tas weer verpakt in een koffer vol snoep, koek, kleurrijke schoolspullen en een snellere telefoon.
De koffer met daarin de felbegeerde rode trekzak, liefdevol ingepakt door Kok
Trekharmonicavirtuoos Kok de Koning had mijn verhaal gelezen en een trekzak op marktplaats gezocht, gevonden, gekocht én verzonden. En hem tussendoor nog even laten reviseren door Karel van der Leeuw uit Utrecht. Helma Mollenkamp, van de trekharmonica Facebook-groep aldaar was meteen een inzameling begonnen en Kees Vermeulen doneerde spontaan zijn reservetelefoon. Een prachtige bundeling van liefdevolle krachten. Op mysterieuze wijze ontstaan… Misschien door het onwrikbare geloof van held Insumana Cham? Of kwam het door het lef van zijn vriend Buba op metrostation Weesperplein? Hij vroeg mij of ik zijn vriend misschien zou kunnen helpen….
Kok, Karel en de rode trekzak…
En nu ben ik zelf ook een held. Cham heeft een lied voor me geschreven (‘Catooooo…. Catooooo…’) en wil de ‘Cato-Foundation’ oprichten. Hij stuurt me haast iedere dag een bericht en belt me zo nu en dan. Daar ben ik niet altijd blij mee maar de gesprekken die we hebben zijn heel goed voor mijn ziel. Er huist geen greintje kwaad in deze man.
Ook Helma is een heldin. Zij begon de inzameling die uiteindelijk zelfs het schoolgeld dekte. En Karel van der Leeuw zei: ‘Ach, laat die poet maar zitten joh… ‘
Een van de vele plaatsen in Banjul waar Cham kan spelen
Cham is nu begonnen met het rondbrengen van brieven naar alle grote hotels en restaurants in Banjul. Ze kennen hem daar. Ze weten dat hij een goede performer is. Gambia is piepklein en het veiligste land van Afrika. Een populair vakantieland. Een van de restaurants heet Paradiso. Misschien kan ik daar wel met hem optreden. En komen Kok en Karel voor de gezelligheid mee. En Helma. Of misschien wel alle 700 trekzakspelers en liefhebbers. En/of iedereen die geld gedoneerd heeft. Super bedankt daarvoor!
Ik heb gezegd dat Cham een Facebook-account aan zou kunnen maken. Dan heeft hij meteen 700 vrienden. Hij hád al een keer een Facebook-account maar toen kreeg hij allemaal onheuse vrouwen achter hem aan en daar is hij niet zo van gediend. Hij houdt nog steeds van zijn enige en grote liefde die er helaas niet meer is. Zijn dochter, die ‘Mam’ heet, noemt mij nu mama. Na enige verontruste navraag van mijn kant blijkt dat daar heel normaal te zijn. Jongere mensen noem je uit respekt ‘brother’ of ‘sister’, oudere ‘mammy’ of ‘daddy’. ‘You can call mister Hans ‘daddy’ if you want’.
Dochter Mam is dolblij dat ze tóch naar school kan
Ik vind het heel leuk dat mij dit overkomen is. Het maakt mijn wereld groter en Ansumana Cham en zijn mooie dochter een stuk gelukkiger. Hij zegt dat ik zijn leven totaal veranderd heb.
Ik geloof stellig dat hier hulp van boven bij is komen kijken. Toen ik met Kok bij Karel was om de trekharmonica op te halen zag ik 11:11 op een oude telefoon. En ja, ik geloof in engelen. En voor sommige mensen ben ik er zelf nu ook een. Een held en een engel.
Niet voor de man van http://www.containernaargambia.com. Ik was namelijk vergeten het juiste transportnummer door te geven aan Kok wat reuze irritant was. Sorry Ruud. Ook jij heel hartelijk bedankt voor je medewerking!
Dit verhaal wordt uiteraard vervolgd. Als de rode trekharmonica gearriveerd is gaat Cham filmpjes opnemen en deze op YouTube zetten. Ik hou jullie op de hoogte.
Ik was aan het werk voor het GVB. Via het bedrijf Stadsavonturen. Mensen met zang en dans attenderen op de nieuwe dienstregeling sinds de komst van de noord zuidlijn.
‘Infotainment’, zo noemde AT5 het. Fysiek best een zware klus. Drie dagen lang zes uur per dag liedjes zingen en accordeon spelen. Lachend, welgemeend, in een fluoriserend, brandwerend, oranje stinkpak van het GVB. En dit alles zonder géne.
Gelukkig samen met mijn dolkomische collega Sjaak Hartog. Maar na 18 uur dezelfde vier liedjes in een hyperactieve loep was ik ‘keikapot’ kan ik jullie vertellen.
Op station Weesperplein werkte een man uit Gambia als toezichthouder. Vriendelijk glimlachend en meedeinend op onze muziek, sprak hij me enigszins verlegen aan.
‘Mijn vriend in Gambia vraagt me steeds weer of ik een accordeon voor hem kan kopen. Hij speelt echt geweldig. Zijn vader was een zeer populair accordeonist. De bekendste van heel Gambia!’
Ik weet dan nog niet hoe klein dat land is. Ik ben zowiezo onder de indruk.
‘Mijn vriend heeft al jaren geen accordeon meer. Kunt u misschien iets voor hem doen?’
Ik geef hem mijn kaartje, hij maakt er een foto van en stuurt deze direct door. Zijn vriend laat er geen gras over groeien. Hij belt mij dezelfde dag 5 keer via whatsapp, stuurt foto’s van zichzelf in de sportschool die mij enigzins afschrikken, maar twee dagen later besluit ik het gesprek met hem aan te gaan.
Ik bel hem op. Zijn stem is hoog, melodieus en vriendelijk. Ik kom meteen to the point.
‘So you need an accordion?’
‘Yes, Cáto… I’m só sad, I used to play all the time, I love it so much, it’s my work, you see. People ask me, hey Cham, why don’t you play your music no more, I tell them I want to play but I have no instrument. I’m só sad, Cáto…’
Cham toen hij nog wél een accordeon had….
Ik begrijp het volkomen en voel me duizendmaal dankbaar dat ik zo’n mooie en fijne accordeon bezit. Mét ingebouwde microfoontjes nog wel.
‘That is really sad… I will see if I can help you’.
Ik heb de kwestie al besproken met mijn vriend en ben er middels wat appjes achter dat Cham een knop accordeon nodig heeft. Deze kosten zo tussen de 300 en de 3000 euro. Ik wil geen loze beloftes maken.
‘My talent is rusting away you see. Listen, this is one of my own songs.’
Hij zingt een prachtig liefdeslied met hoge stem waar ik de accordeon muziek zó doorheen hoor stromen. Deze man hééft het. Absoluut.
‘Please Cáto, can I hear some of your music? Please?’
Ik pak mijn accordeon en zing een lied van Miriam Makeba waarvan ik de tekst maar moeilijk kan onthouden. Ik zing de melodie ten volle uit en frummel de woorden maar wat aan elkaar. Als ik de telefoon weer aan mijn oor leg is hij diep in tranen.
‘This is só beautiful Cáto, I wish I could play together with you!’
Hij praat en praat over zijn muziek en over zijn leven. Zijn vrouw die tien jaar geleden gestorven is en de drie al grote kinderen waar hij alleen voor moet zorgen.
‘What is my name, Cáto?’
Ik denk na, die weet ik inderdaad nog niet goed.
‘My name is Cham. Ansumana Cham, just like my father. I’m the oldest of ten children. He tought me how to play. I’m the only accordion player in the whole of Gambia.’
Ansumana Cham senior toen hij nog leefde
Wow. Dit moet de bedoeling zijn.
‘Ok Cham’
Ik vraag hem mij wat foto’s te sturen en het liefst ook wat muziek. Maar helaas. Er bestaat niet één opname van hem, laat staan een van zijn vader.
‘If you come here, I will take you to the televisionstation, we gonna play everywhere together! I’m so proud of you, Cáto!’
Ik zie het onmiddelijk voor me. Het is al langer mijn voornemen wat meer ‘African Style’ te gaan spelen. En ik zou natuurlijk graag een keer naar Gambia gaan.
Hij vraagt om foto’s van mij. Hij appt me elk uur en is in alle staten. ‘I’m só proud of you, Cáto!’
Voor de zekerheid stuur ik hem een brave familiefoto. En zeg hem dat ik een verhaal over hem zal schrijven zodat we een accordeon voor hem kunnen vinden. Ik weet zeker dat er wel ergens een op een zolder ligt te verstoffen.
Ansumana Cham junior, jonger dan nu en met klavier accordeon.
Ik krijg nog een idee.
‘Can you maybe make a recording of your voice? It’s so great what you sing… then I can put it with the story’
‘My telephone is very old, Cáto’
‘Oh yes, I see. Maybe I can find you a better one as well…’
‘Cáto, I’m só proud of you. You make me só happy!’
Dus, lieve mensen…
Deel mijn verhaal en laat de accordeon voor Cham zijn weg naar hem vinden. En een telefoon om zijn stem mee op te nemen. Dan breng ik het pakket naar zijn vriend op metrostation Weesperplein. Of ik ga hem de accordeon zelf brengen.
Mij hoor je niet meer klagen.
PS: Ik heb inmiddels begrepen dat het om een trekzak gaat… Dat is een ander verhaal… maar maakt mijn zoektocht eenvoudiger!
Heb je een tip of suggestie, neem dan contact op via deze website.
Een paar dagen later is het volgende al gebeurd:
“Lees allemaal het bijzondere verhaal van Cham gepost door Cato Fluitsma.
Kok de Koning (trekzakheld van Nederland) heeft inmiddels een trekharmonica voor hem gekocht, deze moet nog gestemd worden en er moet wat aan geklust ….
Zou het niet fantastisch zijn als wij trekharmonica spelers 1 euro doneren? Dan zijn de kosten gedekt, kunnen we nog rugzak erbij kopen en gemaakte onkosten van o.a. Kok vergoeden….
Wil je meedoen maak dan 1 euro (of meer) over op mijn rekening. Als we geld overhouden zal ik met Kok overleggen voor goed doel.
NL29RABO 01316 95 851 tnv Helma Mollenkamp ovv Cham’
Ik stap van mijn fiets voor mijn favoriete kringloopwinkel in Amsterdam-Oost. Een klein meisje aan de hand van haar gesluierde moeder knipoogt naar mij. Een oudere Indiaas uiziende vrouw met grijze krullen en een paarse muts op ziet het vanaf haar looprek gebeuren.
‘Engeltjes zijn het’, zegt ze, en ik besluit met haar te praten.
Ze blijkt tante Joyce te zijn. De buurtmoeder. Een en al zachtaardigheid en liefde.
Ze vertelt dat ze de voedselbank heeft opgericht in de jaren zeventig.
‘Ik heb vele kinderen helpen grootbrengen. Kinderen zijn het mooiste wat er is. Zij zorgen voor vreugde in huis’.
Ze vertelt veel. Ik luister met stijgende verbazing en bewondering.
‘Weet u… Ik heb vijf jaar onterecht vastgezeten. In voorarrest. Onrecht is geweld, zegt Ghandi. Kent u Ghandi? Het was een ware middeleeuwse marteling’.
Ze had een inloophuis in de Pretoriusstraat. Een huiskamer voor velen. Op een dag komt er een gestoorde heroïnejunk binnenstormen. Hij vermoordt haar neef. Tante Joyce rent naar de politie. Ze geloven haar niet. Ze wordt opgepakt en gevangengenomen. Ze is dan in de zestig. Nu is ze zeventig en sinds twee jaar weer vrij.
Ze vraagt of ik een gedicht wil horen. Ik zeg ja. Het gaat erover dat alle kinderen afstammen van dezelfde vader. Ze huilt een beetje op het eind.
‘Waar woont u nu?’
‘Op IJburg’.
‘Bent u daar gelukkig?’
‘Nee, ik wil terug naar Oost’.
Ze heeft haar huis door het onrecht verloren.
‘Hier heb ik vijftig jaar gewoond. Vele mensen kennen mij. Burgemeester van der Laan zei: Mevrouw Joyce, wat u doet is niet van deze tijd.’
Binnenkort krijgt ze haar schadevergoeding. Ze wil een tehuis oprichten voor verwaarloosde kinderen. Ik mag er dan muziek komen maken.
‘Muziek is de lach van de ziel’, zegt ze.
Ik ben compleet uit het veld geslagen. Hoe is het mogelijk dat deze vrouw niet geloofd werd. ‘Joycelin B’.
Ik omhels haar stevig. ‘U bent net Amma, de knuffelmoeder’, zeg ik.
‘Dankuwel’.
‘Mag ik een foto van u maken en iets over u schrijven?’
‘Natuurlijk… Maar ik ben niet digitaalvaardig. Kunt u het mij misschien toesturen?’
Ik noteer haar adres en ben dankbaar voor deze ontmoeting. Precies toen ik besloot tevreden te zijn in mijn eigen buurt en echt iets te betekenen voor de mensen om mij heen.
De moordenaar heeft vier en een half jaar gekregen.
Ik deed een experiment. Een maand lang elke dag schrijven over wat ik wil creëren in het leven en dan kijken wat het me op zou leveren. Elke dag schrijven lukte natuurlijk meteen al niet. Het werd ongeveer een keer per week. We zijn inmiddels drie maanden verder. Resultaat: veel inzichten, drama, een handvol haatmails en best wat vrouwen die zich door mij geïnspireerd voelen. Dat laatste is top.
Ik ben er zelf nog niet helemaal over uit of het nou goed of slecht is om zo open en eerlijk over mijn zielenroerselen en avonturen te schrijven. Maar áls ik wil schrijven dan moet het zo. Voor fantasie verhalen heb ik geen geduld en er gebeuren genoeg bijzondere dingen die het vermelden waard zijn. Als ik er met mijn schrijversbril naar kijk is mijn leven zelfs tamelijk idyllisch.
Paradiso en Ruigoord hebben een goede band…
Morgen ga ik bijvoorbeeld meedoen aan een vollemaansritueel in Paradiso! Paradiso bestaat 50 jaar en viert dat zeer uitgebreid.
DJ Isis draagt bij aan de programmering en zij is een super stoer bloemenkind. Zij heeft een eigen plek op Ruigoord en heeft samen met een aantal leden van het Amsterdams Ballon Gezelschap, de kunstenaars van Nepco en dichteres Heli St. Luce (de maangodin) een prachtige show in elkaar gedraaid. En ik doe mee als hogepriesteres! Alles valt samen.
Ik weet al heel lang dat ik bij de Ruigoordgemeenschap hoor. Het is mijn taak om, samen met een aantal andere sisters, nieuw spiritueel leven in deze ‘hippie’-gemeenschap te blazen. Now is the time!
Laatst ging ik een keer onder hypnose en vroeg toen wat dat nou precies is, voelen met je hart? Ik voel daar nooit zo veel. Ik voel mijn buik, mijn hoofd, mijn spieren, mijn ‘geslacht’, maar mijn hart? En toen vroeg de engel die mij begeleidde me naar het eerste wat ik voor me zag als ik met mijn hart dacht. Dat was de kerk van Ruigoord. Een lege kerk, met heel veel mensen eromheen die maar wat graag naar binnen willen… Bonzend op de deuren… Gelach… Zoveel nieuwe energie!
Ik liet ze binnen en gaf ze één voor één een taak. Mijn vriend Hans hielp me, we deden samen aan acrobatiek (Vage shit, niewaar? Wie verzint zoiets nou)
De kerk van Ruigoord…
Iets anders spannends. Ik ben met mijn kameraad ElectRick tracks aan het uitwerken. ‘De Jacht’, ‘Der Walfisch singt’, ‘Je bent een feesje (en ik embrace je)’…
Ik ontmoette hem een jaar of tien geleden, nadat ik net de naam Electrick Soul Circus had bedacht. Onze artistieke band is voorbestemd, ik ben enorm trots op hem en op wat we samen maken en kan niet wachten het te laten horen. We gaan in elk geval optreden tijdens Landjuweel (Ruigoord) bij de Luchtbus. De ziel van Ruigoord, volgens een van de drie mede-hogepriesteressen die daar de programmering doet. En over twee weken, op vrijdag de dertiende, is onze première, ergens op een obscure plek in hip Amsterdam Noord.
Mijn leven is geweldig en toch voel ik me regelmatig als een monster in een bak modder. Mijn geest temmen, dankbaar zijn, zaadjes planten voor de toekomst in plaats van zeuren en zanikken over fysieke gebreken, ouder worden en het weer. Het weer, daar ben ik trouwens zowiezo niet zo van. Er is geen slecht weer, alleen slechte regenkleding…. En vandaag was super lekker!
Ik was in Zwolle aan het werk voor ‘De Meisjes van Plezier’, een heerlijk entertainmentburo. Een megarijke Deen werd zestig en had een karrevracht vol vrienden en familie over laten komen. Ik was verkleed als Jordanese del en maakte zichtbaar indruk op de drie jonge stagiaires die alledrie van paarden hielden en mij met open mondjes aanstaarden toen ik mijn arsenaal aan covers ten gehore bracht. Barbie Girl, The port of Amsterdam, La Vie en Rose, Ein Bisschen Friede… ‘Waarom doe je niet mee aan zo’n talentenjacht?’, vroeg er een. Omdat ik niet kan en wil heulen met de vijand. Als ‘ze’ me gaan googelen en zien dat ik niet kneedbaar ben dan pitchen ze mijn stem aan gort en nemen me vet in de zeik. No thank you. Mijn stem is wel véél beter geworden. Vroeger piepte ik als een paaskuiken en was zo neurotisch als de pest. Nu rock ik zo een hele tent aan gort en sleur ik met een brede grijns mijn rolkoffer richting station.
Mooie avonturen, toch?
Als ik schrijf vind ik mijn leven gewoon veel spannender. En ik hoop natuurlijk dat mijn dromen waarheid zullen worden en dat ik dan glimlachend kan teruglezen welke woeste weg er aan vooraf is gegaan…
Deze creatie van Nepco gaat mee in de proccessie…
‘Spring is here!’ Dat declameren we morgen tijdens het ritueel waarin we allerlei Godinnen aanroepen en Heli, onze Godin, liefdevol ondersteunen in haar maanmagie. Boven ons een grote projectie van een super maan, we zingen met zijn allen ook nog ‘The Age of Aquarius’ en ‘ Let the Sunshine in’. Ben heel benieuwd hoe dat gaat zijn.
‘Isis, Epona, Aranga, Chango, Aine… Arana!’
Een minuut na publicatie van dit verhaal komt er een bevriende journalist op bezoek die zegt dat Paradiso gekraakt is door de Ruigoordianen… Wist ik niet. Jullie?
Zij is mijn valkuil en mijn beste vriendin. Mijn gote fantasie. Soms weet ik niet zeker of ik iets écht gedaan heb of dat ik het me alleen maar heel sterk heb verbeeld.
Dit is een lastige eigenschap voor het dagelijks leven. Hoe vaak heb ik wel niet gedacht dat ‘het’ nu echt zou gaan gebeuren. Wat dat ‘het’ ook moge zijn… Een nieuwe liefde, een artistieke doorbraak, een bijeenkomst waarin men elkaar juichend van inspiratie in de armen valt. Ik zie de meest fantastische senario’s voor me. Het gevolg is dat ik vaak diep teleurgesteld ben en me dan achteraf doodschaam voor mijn naïviteit.
Zo was het ook afgelopen woensdag op het benefiet feest voor ADM in Paradiso. Ik mocht een nummer zingen in de Clitclub, op ADM een goed verborgen plek waar ik nog nooit geweest ben, in Paradiso in de kelder. De host was Suwanna, een van de boegbeelden van ADM. Een intrigerende vrouw waar ik verder niets over zal zeggen omdat ik haar nog nauwelijks ken. Wat ik wel kan zeggen is dat zij het nummer ‘State of Independence’ wil uitvoeren in een versie toegespitst op ADM. Ik had een van haar vriendinnen laten weten dat ik graag een nuttige bijdrage zou willen leveren aan hun proces en aangeboden deze tekst te helpen herschrijven.
Deel van het programma… trots dat ik erbij hoor
Zoals iedereen die dit leest waarschijnlijk weet is er een lange strijd gaande tussen de criminele eigenaar van het terein en een grote groep krakers die er in twintig jaar tijd een goed functionerende mini-staat op hebben gebouwd met heel veel inspirerende kunst en uiterst waardevolle festivals.
Ik ben vóór de krakers zoals jullie zullen begrijpen.
Jullie, behalve die paar lezers die het nodig vinden mij al dan niet seksueel getinte haatmails te sturen. Zij kunnen hun hart weer heerlijk ophalen, imput genoeg om flink op los te gaan.
Ik ging flink los op het lied. Toen vroeg Suwanne mij of ik mijn kraker ‘Opblaaspop’ ten gehore zou willen brengen. Ik ben het nummer zelf behoorlijk beu, maar aangezien het in de Cliclub was leek het me wel gepast.
Afijn, ik stortte me in de weken voorafgaand aan het benefiet helemaal op de ‘State of Independence’. Een hit in de versie van Donna Summer en absoluut niet makkelijk. De tekst is diepzinnig en mooi. Hele nachten ben ik samen met mijn vriend bezig geweest het lied te doorgronden en uit mijn hoofd te leren, want ik wilde het graag spelen op mijn keytar, na ‘Opblaaspop’. Een groter contrast is haast niet denkbaar. Maar toen ik Suwanna dan eindelijk zag, na aan middag vol zenuwen en getreuzel voor de spiegel, zei ze bits: ‘Ja okay, je mag als eerste (en niet om drie uur ’s nachts zoals in het programmaboekje stond), maar niet meer dan één liedje’. Punt. En dat was dus Opblaaspop.
Zonder soundcheck, want daar deed ze niet aan, deed ik een uiterst vaag optreden in sexy rood pak met colbert, stropdas en snor. In mijn fantasie had ik hele monologen gehouden waarin ik de link zou leggen tussen seks, Amsterdam, vastgoedcriminelen, kunst en de creatieve industrie om dan uiteindelijk vol overtuiging het publiek op te roepen samen een clip te creëren die zo waanzinnig goed zou zijn dat we 50 miljoen hits zouden krijgen en meer dan genoeg geld zouden kunnen verdienen om het terein samen op te kopen. ‘The state of independence will be!’.
(Nog) niet dus. Een afgang, zo voelde het voor mij, en zeker niet de eerste in mijn leven.
Niemand die het iets uitmaakte overigens. Mijn favoriete kraker, met zijn ‘not on Facebook’ t-shirt, had mijn geklungel vanaf de zijlijn gadegeslagen en vond dat ik het er goed van af had gebracht. Hij moest eens weten… In mijn fantasie was ik een kruising tussen Ghandi, Bob Marley en Madonna en nam ik de hele Amsterdamse Underground mee op sleeptouw. In het echt stond ik maar wat te blaten en kon ik nog net ‘wij ademen voor ADM’ uit mijn machobekkie krijgen.
Snor verstopt achter microfoon. Image Hans Kalliwoda
Het is gewoon ontzettend moeilijk voor mij om te focussen en te weten wat wanneer handig is om te doen. Achteraf gezien had Suwanna mij helemaal niet gevraagd dit nummer te spelen. Ze wilde eerst samen aan de tekst werken, flink repeteren, er een heel projekt van maken, we hadden ook al een beetje gebrainstormd wat heel gezellig was, maar ik was er in mijn enthousiasme totaal mee aan de haal gegaan. Pure passie en grootheidswaan. Ik trad dan ook op als ‘Angelo’, de reddende maffia-engel, en zag het lied in de oorspronkelijke staat als één groot voorteken. Magisch denken is mij bepaald niet vreemd.
Gelukkig is mijn vriend enorm stabiel en heeft hij een geheugen als een olifant. Zijn credo is: you are what you remember. Daar word ik nooit zo blij van want veel van mijn geschiedenis gaat in nevelen gehuld. Nevelen waarin ik zat te dromen denk ik, of in elk geval zeker niet in het zo gewenste ‘hier en nu’ verkeerde. Hans weet nog precies wat hij deed in pak ‘m beet maart 1997, ik had soms nauwelijks door dat de lente weer begon.
Zelfportret van lang geleden… You are what you imagine… ?
Geld. Een monsterlijk onderwerp. Ik ben dankbaar dat ik er genoeg van heb, maar ik ben ook boos.
Ik vind het lastig te doorgronden. Ik begrijp dat het handiger is dan ruilhandel en dat goud ooit aan de basis lag van ons systeem. Ik begrijp ook dat er toen banken kwamen die rente gingen vragen en dat dat slim verzonnen is maar helemaal niet eerlijk. Dat je geld kunt verdienen met geld is… tja… Wat is dat… Mensen die er (te)veel van hebben halen hun schouders op en kopen nog wat vastgoed en aandelen. Ze vinden dat ze er recht op hebben en dat het hun eigen verdiensten zijn. Soms is dat ook zo. Dan heeft iemand een zaak van de grond af opgebouwd en is zo trots als een pauw. Sommige mensen worden met geld geboren en smijten het achteloos over de balk. Ik denk aan Paris Hilton, die uit verveling niet wist wat ze er mee aan moest. Kijk. Dan word ik boos. Dan denk ik, waarom heb ik dat niet. Waarom ben ik niet geboren in een zwembad vol goudstukken. Ik zou me er wel raad mee weten.
Geld. Je kan het niet eten. Ik stel mij wel eens voor dat er een hele gemene rijke man is die bijvoorbeeld kinderen verkracht en dat iedereen met voedsel in zijn bezit besluit te weigeren hem dat te geven. En dat ie dan uitgehongerd smeekt of we hem dat heerlijke appeltje alstublieft voor een miljoen willen verkopen. Nee, zeggen we dan. Geen sprake van. En die zak met rijst kun je ook vergeten. Ga je gouden vliegtuig maar lekker oppeuzelen.
Tja. En nu heeft mijn lieve vriend een zeer weemoedige bui omdat de aflopen 25 jaar 80% van de insektenpopulatie verdwenen is. Wij hebben zelf gevoeld afgelopen zomer in Slovenië hoe het is om langs een rivier te lopen zonder gezoem. Een paar libelles en wat mieren, dat was alles wat we zagen. Een dooie boel. Landbouwgebied. Gif…
Getekend in een vlaag van idealisme
Geld. Ik kan er geen grip op krijgen. Kijk. Je wilt iets doen. Daarvoor heb je dingen nodig. Spullen, mensen, toestemming. Ik zal iets specifieker zijn. Mijn vriend wil namens BeeCare Amsterdam Bijen Totems en Bijen Hotels in de stad plaatsen die dan worden verzorgd door groepen buurtbewoners. Ook nog eens goed voor de sociale cohesie. Samen stop je GFT in de totem en dankzij de hulp van tijgerwurmen blijft de aarde vruchtbaar en kunnen de speciaal uitgekozen bloemen bloeien en hun favoriete wilde bij van voedsel voorzien.
Een fantastisch mooi idee. Maar we krijgen het niet verkocht. We hebben geen slikke presentatie en misschien helpt het ook niet dat mijn vriend geen Nederlander is. Hij heeft al zoveel gedaan om het voor elkaar te krijgen. We zijn bezig met een proeftopstelling hier voor de deur. De winkeliersvereniging is enthousiast, de buren hebben allemaal convenanten ondertekend waarin ze verklaren zorg te willen dragen voor de totem. We hebben al een beetje subsidie van het Fonds voor Oost. Maar nu kregen we dus gister een afwijzing van stadsdeel Amsterdam Oost.
Tja… Hoe kan het dat de centrale bank miljarden euro’s zomaar uit het niets bij laat drukken, of niet eens drukken, gewoon typen, en dat het ons zoveel moeite kost een nobel plan als dit voor elkaar te krijgen? Wat zijn dat voor duistere krachten? En zijn het wel echt duistere krachten of is het gewoon een lomp systeem dat heel nodig op de schop moet? Dat laatste zowiezo en dat gebeurt al vollop. Times are changing en misschien is er wel een manier om geld totaal links te laten liggen. Geld kun je niet eten, van geld kun je geen totem bouwen, er is materiaal genoeg, het is een kwestie van samen dingen doen en tevreden zijn met minder… Wie heeft er trek in een lekker appeltje?
By the way, er zaten hier bij ons thuis vorig jaar herfst vier afgevaardigden van de gemeente. Vriendelijke mensen, zoals jij en ik, maar ze snapten het niet. ‘Tja’, was het argument van de stadsbiologe die ik nota bene kende van een heksenfeest, ‘er is niet genoeg groen op het plein, dus dan kan het niet… ’ ‘Misschien valt het toch meer onder kunst in de openbare ruimte?’
Helaas maakte onze zelfgebakken honingkoek weinig indruk
Er was geen levendigheid, geen noodzaak, er werd nauwelijks meegedacht. Just another day at the office… ‘Waarom maak je er geen business van?’
Het spelen tijdens een uitvaart vind ik heel fijn om te doen. Het is spannend, dankbaar en ik kan er al mijn opgedane kennis en ervaring in kwijt. Het is zaak de juiste toon te treffen. Punt een: welk mens wordt hier geëerd? Punt twee: wie heeft er verdriet? Punt drie: welke gasten hebben elkaar lang niet gesproken maar zouden dat eigenlijk wel moeten doen?
De dood. Ik ben er niet bang voor omdat ik geloof dat de ziel doorreist naar nieuwe dimensies. Mijn vader geloofde dat niet. Vlak voordat hij stierf vroeg ik hem mij een teken te geven als hij er in het ‘hiernamaals’ achter zou komen dat ik toch gelijk had. Dat deed hij. Op een avond voelde ik een duidelijke duw in mijn rug terwijl er niemand in de ruimte was. Ik wist dat het mijn vader was. Zeker.
Laatst speelde ik tijdens de uitvaart van een Jordanese vrouw. Haar verstandelijk beperkte zoon woonde op zijn vijftigste nog bij haar in en was ten einde raad. Ik speelde zacht ‘Mama, je bent de liefste van de héle wereld’ en later uit volle borst ‘Mijn wiegie was… een stijfselkissie’. Aan het einde van de ochtend kreeg ik een ferme hand van de gesterkte zoon die me heel hartelijk bedankte. ‘Ik vond dat een goed idee mevrouw, dat van die accordeon, mijn moeder had het prachtig gevonden’.
Het was een lowbudget begrafenis. Ik zal het eerlijk zeggen. Zonder mij was het een stuk kaler geweest. Ik omhulde de situatie met hart en ziel. Ik zag de mensen binnen druppelen. Gelukkig niet al te weinig. Ik zag ze schuchter bij elkaar kruipen op de kerkbanken en zacht heen en weer wiegen op de klanken van mijn muziek. Ik voelde me sterk en helemaal vol liefde. En bijzonder nuttig.
Ik reed mee met de pastoor in de rouwstoet. Ik liep mee met de meute achter de kist aan. Flarden jordanese muziek. Niet te hard, ik wilde de vogels en de kerkklokken niet overstemmen.
Ik heb weleens ‘La vie en rose’ gespeeld en gezongen voor een overleden man wiens veertig jaar jongere vrouw uit het Gooi mij al het geld van de wereld gunde omdat ik haar Parijse herinneringen tot leven wekte en haar man dát kon geven wat ze zelf niet meer over haar lippen kon krijgen. Au revoir mon amour….
Dag mama… Stilte. De gasten gooien bloemen en zand op de kist. Hoe lang mag het duren? De zoon kijkt mij aan. Zelfverzekerd. ‘We gaan’. Het is goed zo.
Soms speel ik na afloop tijdens de koffietafel of de borrel en maak ik er stiekem een feestje van. Hopelijk inspireert het mensen het leven te vieren voor het te laat is.
Ik vind dit het allerspannendste blog aller bloggen. Tenminste, wat mijn eigen werk betreft. Ik ga namelijk vertellen hoeveel ik van mijn vriend Hans Kalliwoda houd en waarom. Ik heb al vaak laten doorschemeren en van de daken geschreeuwd dat ik het moeilijk vind om me te binden en bladiebla, maar nu gaat het over de andere kant van de zaak, namelijk waarom ik zo gek op hem ben. En dat is stukke enger om te doen.
In mijn ouderlijk huis…
Hans. Hij is spannend, avontuurlijk en heeft een duidelijke missie. Toen ik voor het eerst zijn volledige naam hoorde, hem vervolgens googelde en wist wat hij zoal deed in dit leven (‘I’m an artist’, ja, maar wát voor artist…) sprong er iets op in mij, een gevoel van herkenning. Zielsverwantschap. Ik stuurde hem een sms-sje (‘Do you want to have some tea with me?’), sprong op de fiets naar zijn atelier en een paar uur laten zei hij schattig: ‘I think I should kiss you now…’.
Het is Valentijnsdag. Wat dat ook moge betekenen… Ik heb het even opgezocht en er blijkt een type reddingsboot van de Nederlandse kustwacht te zijn met de naam Valentijn.
Na een heel fijn weekend carnaval in Breda met vrienden, familie en Hans die mijn hart weer compleet veroverde voelde ik de oprechte drang een liefdesblog aan hem te wijden. En toen bleek het dus vandaag.
Onderweg op vakantie met zijn zoon
Hans. Hij knutselde eens een prinsje voor mij, die kreeg ik, als een soort barbie in een doosje. Hier ben ik! Je prins! Hij gaf me bloemen, een fiets, de Ipad waarop ik nu schrijf, hij bouwde vier hoge bedden in huis en bracht systeem aan in mijn computer en keuken. Hij is altijd vrolijk en neemt de tijd. Behalve als ik aan hem twijfel, dan wordt hij verdrietig en stopt hij met dingen doen voor ons. Dan stort hij zich op het schrijven van lange projectvoorstellen in het Engels, zijn tweede moederstaal, zijn eerste taal is Bayrish.
Hij bestudeert een wandelkaart van Beieren
Hans. Hij heeft de halve wereld gezien, de andere helft komt nog en dan neemt hij mij met zich mee. Het liefst op een zeilboot, of ik nou misselijk word of niet…
Hij fietste twee jaar lang door Afrika toen hij in de twintig was, reisde met een enorme schoolbus en twee mooie vrouwen door Amerika en hield overal succesvolle exposities. Hij woonde in Kaapstad met uitzicht op walvissen, smokkelde hasj en liet zijn hart breken door een prachtig meisje dat goed kon tennissen. Hij woonde met haar in Londen, vluchtte naar Parijs en koos uiteindelijk voor Amsterdam. Daar leefde hij meer dan twintig jaar samen met een vrouw met wie hij de Europartrain realiseerde en een zoon kreeg, en dankzij haar toewijding kon hij ook zijn meesterwerk de World in a Shell creëren, een proces dat tien jaar van zijn leven in beslag nam. Oh ja, hij kreeg ook nog een dochter op zijn 19e van een meisje dat officieel onvruchtbaar was verklaard…
Hij deed de kunstacademie in Berlijn en zat in de kraakbeweging. Als klein jongetje werd hij gescout voor een kerkkoor in Regensburg… Hij had toen al grote oren en een zachte, wijze blik. Maar goed dat hij resoluut weigerde anders was hij nu lang zo onschuldig niet meer…
Met mij in een foute snackbar…
Hans. Ik ken niemand die zo weinig vennijn in zich draagt. Hij is fanatiek, dat zeker, maar boos of gemeen heb ik hem nog nooit gezien. Hij kijkt altijd naar de mogelijkheden en klaagt nergens over. Klagen is voor Nederlanders.
Hij heeft moeite met het feit dat je hier niet spontaan bij mensen op bezoek kunt gaan. Dat je dat van te voren af moet spreken. Mensen houden hier niet zo van verassingen, en dat geldt helaas soms ook voor mij. ‘Come on, let’s check out if puntjepuntje is around…’ Help! Zo ongepast! Soms schaam ik me voor zijn vrijpostigheid en direct daarna voor mijn eigen angst.
De eerste zes jaar van zijn leven is hij opgevoed door zijn oma en roodharige moeder die hem, ook op haar negentiende, ongewenst kreeg. Later kwamen er een lieve stiefvader, een tamelijk botte halfbroer en zeer gezellige half zus bij, die allen nog steeds in het stadje wonen waar ze zijn opgegroeid.
Zijn moeder was, naast mijn naamgenoot, minstens even humeurig en agressief als ik soms kan zijn. Ze is bijna twee jaar geleden overleden. Gelukkig heb ik haar nog mogen ontmoeten. Ik las haar ‘Max und Moritz’ voor aan de keukentafel en maakte haar aan het lachen met mijn accordeonmuziek en overdreven nep gejodel. Haar vader was een vrolijke accordeonist en overleefde daarmee het strafkamp in Siberië. Hij, opa Hans, stierf zeven dagen na de geboorte van zijn bijzondere kleinzoon.
Hans… Wat fijn om iemand zo goed te kennen. Zijn hoofd ruikt naar baby, zijn lichaam vertrouwd. Intiemer zal ik hier niet worden, maar we hebben het meestal heel erg fijn.
Toen hij voor het eerst bij mij op bezoek kwam was dat in mijn tuinhuis. Ik had daar al best wat gegadigden op de veranda ontvangen, maar die zaten alleen maar spelletjes te spelen op hun telefoon en commentaar te leveren op de staat van mijn in weze mooie huisje. Hans niet. Hij had zijn werkschoenen meegenomen en spitte zonder dat ik iets hoefde te vragen de halve tuin om… Ik zag zijn schouders en sleutelbeenderen en wist dat het goed zat.
Hij groef een heksje op uit de modder…
We zijn nu ruim vier jaar samen.
Ik heb liedjes voor hem geschreven, honderden keren voor hem gekookt, we hebben gedanst op festivals en gekampeerd met de kinderen, twee van mij en een van hem. Nu twaalf, twaalf en dertien jaar oud.
Hij doet de afwas met een precisie waar je u tegen zegt en in de grote hal van ons huis gaan we een mini-theater maken.
Het valt me op dat dit verhaal vrij praktisch is, maar dat is misschien juist wel de kracht van onze relatie. We kunnen het dagelijks leven samen heel goed de baas. Als je weet hoe moeilijk ik het vaak al vind mét hem, kun je nagaan hoe ik het er zonder hem vanaf zou brengen… Ik ben geen held in alles op een rijtje zetten. Ik worstel me vaak een ongeluk en schrijf daar zo nu en dan een grappig en/of schrijnend liedje over (‘Ik denk elke keer ik maak een vrolijk lied, maar wat ik ook probeer, dat lukt me niet’… gouwe ouwe).
Nu lukt het wel. Sámen. Ik sta voor het eerst in mijn leven niet meer rood.
We lijken op elkaar. Ook ik ben fanatiek en heb een missie. Bescheiden zijn we beiden niet en we houden van feestjes en mensen om ons heen. We hebben dezelfde idealen en verlangens en de oprechte wil iets goeds te doen voor de wereld.
Lieve Hans, je vroeg me laatst of ik alsjeblieft wil geloven in alles wat je nog wilt ontwikkelen. Je zangtalent, je ideaal voor de bijen, voor de sociale cohesie, tegen de eenzaamheid… Je wilt naar Botswana met de World in a Shell en het liefst nog veel meer reizen. Nu help je mijn kinderen met hun huiswerk en haalt ze op van feestjes…
Je bent cultureel vluchteling en hebt in mij je thuis gevonden. Ik wil graag een circus, we vinden elkaar behalve in bed ook in de kunst. We zijn een duo. KalliVooDoo. Ik de Kalli, jij de Voodoo.
Met carnaval heb je me weer helemaal betoverd, jij ouwe sjamaan, met je #youtoo hoed. De hoge hoed van het circus, ben benieuwd wat we daar nog allemaal uit gaan toveren samen…
#you too (kijk goed op de hoed) I love you Voodoo!