Uitvaartmuziek

Ik speel met liefde tijdens een uitvaart. Achter de kist, in de foyer, of een speciaal lied tijdens de dienst. Hier een verhaal van hoe het weleens is verlopen.

Last minute werd ik gevraagd voor een uitvaart van een dakloze via het Drugspastoraat. Er was bijna niemand. Alleen zijn verslaafde vriendin die niet eens wist dat haar partner nog een vader had. Verder de zus van die vriendin en haar man, een paar hulpverleners, drugspastor Zwanine Siedenburg en ik, die, gehaast en verregend, aan kwam snellen omdat ik me lichtelijk verslapen had. Begraafplaats St. Barbara is best ver vanuit de Watergraafsmeer op de fiets met allerlei onverwachte omleidingen. 

Zwanine vertelde het weer prachtig. Ze had zich liefdevol verdiept in haar overleden cliënt. Iedereen mocht een kaars aansteken want het was een mooie kans om Jan een keer in het licht te zetten. Hij had, zacht uitgedrukt, een ingewikkeld leven achter de rug.

De Pastorale werd gedraaid van Ramses Shaffy en Liesbeth List, een Bijbels gedicht voorgedragen wat ging over (een gebrek aan) zelfliefde. Daarna nog de Bohemian Rapsody. Ik heb altijd een hekel aan dat bombastische geweld, maar nu, door het uitstekende geluidsysteem van de kerk, kon ik het wel waarderen.  

Ik was gevraagd achter de kist te lopen en accordeon te spelen. De ‘kraaien’ stonden keurig op en in gelijke pas droegen ze de kist met Jan naar buiten, waar het vies en zachtjes regende. 

Ik speelde al lopende wat in me opkwam. Eerst tamelijke neutraal, daarna ‘De stad Amsterdam’ en bij het graf ‘Ik geef je een roosje m’n roosje’. Mooi dat ik opeens aan dat liedje dacht. Zwanine knikte bemoedigend. 

Ze had van het karige budget twee bossen gekleurde rozen gekocht die door het groepje afscheidnemers op de kist werden gegooid. De vriendin, die oud en alcoholisch was, zei: ‘Het is goed zo Jan, nu heb je geen pijn meer.  Hup, ga maar. Doei’. 

Ik had steeds de impuls ‘Tulpen uit Amsterdam’ te spelen maar dat is bepaald niet droevig. Toen zag ik dat de vriendin een grapje maakte en lelijk grinnekend aan de arm van de drugspastor hing. Ok… Het kon best. Mag de dood niet vrolijk zijn? Alsof het leven altijd zo leuk is… 

We dronken nog een kopje koffie zonder cake en ik hoorde dat pastor Zwanine eerst twee grote bossen tulpen had gekocht die helaas van haar bagagedrager waren gewaaid. Zij had net als ik stress gehad vanochtend. 

Ik kreeg complimenten van de hulpverleners en van de vrouw van de catering. Kaartjes uitgedeeld. Ook de vriendin lachte me toe, voor zover ze dat kon, maar ik voelde dat ze het meende. 

Jan, onbekende man, rust in vrede. 

En jij, lezer, denk aan mij als er iemand overlijdt. Ik doe het graag. Iemand zijn graf in spelen…

Voor prijzen neemt u gerust contact op.