Ik stap van mijn fiets voor mijn favoriete kringloopwinkel in Amsterdam-Oost. Een klein meisje aan de hand van haar gesluierde moeder knipoogt naar mij. Een oudere Indiaas uiziende vrouw met grijze krullen en een paarse muts op ziet het vanaf haar looprek gebeuren.
‘Engeltjes zijn het’, zegt ze, en ik besluit met haar te praten.
Ze blijkt tante Joyce te zijn. De buurtmoeder. Een en al zachtaardigheid en liefde.
Ze vertelt dat ze de voedselbank heeft opgericht in de jaren zeventig.
‘Ik heb vele kinderen helpen grootbrengen. Kinderen zijn het mooiste wat er is. Zij zorgen voor vreugde in huis’.
Ze vertelt veel. Ik luister met stijgende verbazing en bewondering.
‘Weet u… Ik heb vijf jaar onterecht vastgezeten. In voorarrest. Onrecht is geweld, zegt Ghandi. Kent u Ghandi? Het was een ware middeleeuwse marteling’.
Ze had een inloophuis in de Pretoriusstraat. Een huiskamer voor velen. Op een dag komt er een gestoorde heroïnejunk binnenstormen. Hij vermoordt haar neef. Tante Joyce rent naar de politie. Ze geloven haar niet. Ze wordt opgepakt en gevangengenomen. Ze is dan in de zestig. Nu is ze zeventig en sinds twee jaar weer vrij.
Ze vraagt of ik een gedicht wil horen. Ik zeg ja. Het gaat erover dat alle kinderen afstammen van dezelfde vader. Ze huilt een beetje op het eind.
‘Waar woont u nu?’
‘Op IJburg’.
‘Bent u daar gelukkig?’
‘Nee, ik wil terug naar Oost’.
Ze heeft haar huis door het onrecht verloren.
‘Hier heb ik vijftig jaar gewoond. Vele mensen kennen mij. Burgemeester van der Laan zei: Mevrouw Joyce, wat u doet is niet van deze tijd.’
Binnenkort krijgt ze haar schadevergoeding. Ze wil een tehuis oprichten voor verwaarloosde kinderen. Ik mag er dan muziek komen maken.
‘Muziek is de lach van de ziel’, zegt ze.
Ik ben compleet uit het veld geslagen. Hoe is het mogelijk dat deze vrouw niet geloofd werd. ‘Joycelin B’.
Ik omhels haar stevig. ‘U bent net Amma, de knuffelmoeder’, zeg ik.
‘Dankuwel’.
‘Mag ik een foto van u maken en iets over u schrijven?’
‘Natuurlijk… Maar ik ben niet digitaalvaardig. Kunt u het mij misschien toesturen?’
Ik noteer haar adres en ben dankbaar voor deze ontmoeting. Precies toen ik besloot tevreden te zijn in mijn eigen buurt en echt iets te betekenen voor de mensen om mij heen.
De moordenaar heeft vier en een half jaar gekregen.