Ik was thuis. Alleen. Bezig, zoals zo vaak, met het proberen op te ruimen van mijn huis. Het ging best goed, ik ging accordeon spelen. Op mijn nieuwe accordeon. Mijn oude is vorige week op miraculeuze wijze verdwenen. Of beter, doordat ik zo dom was hem op straat te laten staan.
De pijn die ik hierdoor voel gaat erg diep en komt niet alleen doordat ik mijn superfijn spelende en zeer bezielde accordeon kwijt ben. Het komt door alles. Doordat ik mezelf wel voor mijn kop kan slaan. Doordat ik altijd heel slordig ben en niet goed met spullen omga. Door de wereld die zo afschuwelijk is en ik het allemaal niet meer kan begrijpen, laat staan overzien. Door de eenzaamheid, van mezelf en zoveel andere mensen…
Hoe gaan we hier in godsnaam uitkomen?
Ik speelde alleen thuis en moest huilen. Ik probeerde mijn nieuwe accordeon te voelen en er van te houden terwijl de tranen over mijn wangen stroomden. Wat sta ik hier nou alleen te bleren. Ik kan beter naar Parknest gaan. Dat had ik ook een beetje beloofd aan Chris, die daar werkt en met wie ik de avond daarvoor fijne gesprekken had gevoerd over omstreden vrijheidsstrijders.
(Die nieuwe accordeon heb ik trouwens al een jaar, maar ik heb me er steeds maar niet echt mee verbonden).
Bij parknest werd ik hartelijk ontvangen. Een groep gasten en vrijwilligers zat buiten aan tafel en ik vertelde wat ik kwam doen. Jaa! Lekker zingen samen! Ik speelde en veranderde acuut in een lolbroek. Geen depressie meer te bekennen. Plezier, kracht, liefde… ik kwam helemaal uit de verf. Kim en Richard stuurde de boel een beetje aan. Haalden pannen uit de keuken om op te trommelen en andere kleine instrumentjes om mee te spelen. Er kwam een Italiaanse studente naast me staan die op een omgekeerde emmer ramde met een houten pollepel en helemaal geraakt was toen we Bella Ciao gingen zingen. De tekst zong zij zachtjes en met betraande ogen mee… Suzy toeterde op een kazoo, wat het erg circusachtig maakte. (Grappig magisch moment: ik had daarvoor nep Italiaans geschald en de geboortestad van de studente daarin genoemd, totaal onbewust…)
Het was leuk, het was euforisch en daarna kreeg iedereen het koud en verliet het terras.
Er stond wel een man geïnteresseerd naar mij en mijn accordeon te kijken.
‘Dat zie je niet vaak hè, zo zomaar in het wild.’ Ik vroeg aan de man of hij ook speelde. Dat bleek het geval. Hij heette Joop Post en woonde vlak bij mij in de buurt. Hij was muziekpedagoog en had de muziekboeken ‘Emotional Accordion deel 1 en 2’ geschreven.
We hadden een zeer geanimeerd gesprek en ik was er zo blij mee, dat wil je niet weten. Ik had vorige week ook het verlangen uitgesproken dat ik wel weer wat accordeonles zou willen. Nou, ploef! Hier werd mijn wens verwoord. Wat me het meest raakte was dat hij zei dat je als muzikant een dienaar bent, dat je je altijd een beetje bescheiden moet opstellen. Nu was de man zelf erg bescheiden en zelfs enigszins timide… Dat kun je van mij bepaald niet zeggen…
Ik speelde wat en vertelde over mijn muziek en over mijn leven. De rust en aandacht van Joop maakte dat ik me gezien en gehoord voelde. Hij was zichtbaar onder de indruk en zei dat ik een geboren entertainer ben. En dat dat niet voor iedereen is weggelegd. Ook zei hij tot mijn grote vreugde dat mijn ‘Weltmeister Juwel, 72 bassen” een uitstekende accordeon is. Ik moet hem alleen nog een beetje inspelen…
Thuis gekomen draaide ik zijn muziek op Spotify en verbaasde mij over dit wonder. Want zo zie ik het. Deze lieve man kwam precies op het juiste moment om mij te vertellen wat ik moest horen. Ik heb zijn boeken besteld en als iemand trouwens les wil van mij… Ik sta er voor open.
Joop geeft op dit moment geen les. Alleen per toeval in het park.