We gaan een wandeling maken door mijn buurt. De opa en oma van mijn huisgenoot zijn voor het eerst bij ons op bezoek. Op en neer uit Groningen. Ze hebben de hele wereld over gereisd en meegelopen in demonstraties tegen de kernbom. Ze wonen in een vakantiepark, ergens diep in een bos.
Het is een vrolijke dag. Mijn huisgenoot is een vriendin van mijn kinderen. Ik woon nu samen met drie jongeren en twee katten. Heel gezellig.
We lopen langs de schaatsbaan en de sportvelden richting mijn tuinhuis. Onderweg komen we een berg afgedankte kerstbomen tegen. Sommige nog in een net. Een meneer knipt vrolijk wat takken af. We maken een praatje.
De bomen worden toch maar weggegooid. Zo zonde.
‘Weet je wat? We halen wat scharen en handschoenen op en nemen straks wat mee voor thuis!’
‘Ja! Het hele huis vol kersttakken’
Wat een feest! Mijn dochter is blij.
Op de terugweg is er een wagentje van de gemeente geariveerd.
Opa zegt: ‘Misschien mag het toch niet’
Ik zeg: ‘Jawel hoor, maar ik vraag het gewoon nog even, anders worden ze bruut verhakseld’
‘We hadden er teveel besteld bij de de gemeente. Zoveel konden we niet kwijt’.
Een man in een fluoriserende outfit.
‘Neemt u er gerust een mee mevrouw!’
Een oudere Surinamer met gouden tanden en tatoeages. Hij is de baas.
Mijn dochter en haar vriendin staan er wat verlegen bij.
‘Wow! Deze is wel heel erg mooi. Of deze.. En ze ruiken echt lekker’
‘Hoe gaan we die naar huis slepen?’
‘Waar woont u mevrouw?’
‘Hier verderop, bij de Albert Heijn’.
‘Kiest u er maar een uit, we rijden toch naar kantoor’
‘U bedoelt dat u de boom bij ons thuis komt brengen?’
Opa en oma staan er geamuseerd bij te glimlachen.
‘Zullen we die grote nemen daar? In een net is het wel makkelijk’
De mannen slepen de boom naar het wagentje en ik mag meerijden.
Radio zuid-oost staat aan.
Ik passeer mijn gezelschap en zwaai lollig uit het raam.
Hier rechts, daar links… De mannen stoppen voor mijn deur en slepen de boom de trap op.
Baf! Daar ligt ie, in mijn hal. De katten komen nieuwsgierig kijken en ruiken het bos en de wildernis.
De boom heeft geen kluit, dat dan weer niet.
Het gezelschap ariveert. Zij moesten nog een eindje lopen.
We klappen de eettafel uit, dekken de tafel met kaarsjes en lunch, zetten softe kerstjazz op en luisteren naar reisverhalen van de avontuurlijke zeventigers. Tevreden, blije mensen.
Dan knippen we de boom uit haar net en binden deze vast aan de lange kattentrap die mijn vriend voor ons getimmerd heeft. De stomp zetten we in een schaal water.
Het wordt een kattenkerstboom waar niets stuk aan kan.
Oma maakt foto’s, ik haal mijn dozen met kerstversiering tevoorschijn. Slingers, hertjes, duiven, discoballen. Toch leuk. En zo verantwoord!
De boom is groot en precies in model. Hij is helemaal op zijn plek.
Fijn dat ie zijn functie alsnog mag vervullen.
PS: De piek is een dennenappel met daarop een witte pauw, mijn laatste totemdier. Deze vind ik de volgende dag in stukken gereten naast de kattenbak. Vrolijk kerstfeest allemaal!